Marge
Leiden heeft mooie drukkers. Grote bedrijven als Groen en Karstens (Hooigracht), handige kleintjes als Jansen in de Breestraat, maar ook marge-drukkers. Leiden heeft zelfs nog even een heus drukkerijmuseum: klein, particulier in menig opzicht, met echt juweeltjes maar nauwelijks ondersteund en dus zieltogend. Directeur Cock Schenk heeft zijn collectie, nu nog in een oud schooltje aan de Hoge Morsweg 117, te koop aangeboden. De 70-jarige Schenk zegt in het Witte Weekblad: "Wanneer de gemeente bijtijds voor een geschikte locatie had gezorgd, had ze de collectie gratis kunnen krijgen. Nu vraag ik er echter geld voor. Na 31 december 2001 ga ik adverteren." Schenk schermt met aanbiedingen uit Qatar en Spanje. Wie redt de collectie?
Terug naar een andere marge. Ik ken vier aardige Leidse marge-drukkers.
Kopwit, van witkop Jacques van Gent die uitgaven het licht deed zien over zulke uiteenlopende onderwerpen als cricket, meisjes in Dokkum en briefjes van Karel van het Reve.
Pers no. 14, tegenwoordig in de Narmstraat, van Ernst W. Boissevain en Remko Fakkel. Met zulke aparte zaken als drukwerk "Over het nut van kunststof" of uitgaven van mijn favoriete schrijversduo Ilja Ilf en Jevgeni Petrov. In 2000 werd Pers no. 14 tentoongesteld in de UB.
De Uitvreter, geestelijk eigendom van een - tegenwoordig Zoeterwoudse - perfectionist. Cultureel verantwoord drukwerk, technisch vindingrijk, schitterend.
Het meest nabij (in de Gerrit Doustraat) is De Ammoniet, van Gerard Post van der Molen. Ik las zojuist Sermones Colloquii van Koen Kortmulder, gepubliceerd begin 2001. ("Foliedruk en boekverzorging zijn verzorgd door De Ammoniet", leert het colofon). Sermones Colloquii bevat maximes ("blikvangers", "preekjes") voor bijeenkomsten van Leidse zoölogen. Wijsheden zijn zaken die je niet bladzijden lang achter elkaar moet lezen. Ik geef u er drie:
Leiden heeft mooie drukkers. Grote bedrijven als Groen en Karstens (Hooigracht), handige kleintjes als Jansen in de Breestraat, maar ook marge-drukkers. Leiden heeft zelfs nog even een heus drukkerijmuseum: klein, particulier in menig opzicht, met echt juweeltjes maar nauwelijks ondersteund en dus zieltogend. Directeur Cock Schenk heeft zijn collectie, nu nog in een oud schooltje aan de Hoge Morsweg 117, te koop aangeboden. De 70-jarige Schenk zegt in het Witte Weekblad: "Wanneer de gemeente bijtijds voor een geschikte locatie had gezorgd, had ze de collectie gratis kunnen krijgen. Nu vraag ik er echter geld voor. Na 31 december 2001 ga ik adverteren." Schenk schermt met aanbiedingen uit Qatar en Spanje. Wie redt de collectie?
Terug naar een andere marge. Ik ken vier aardige Leidse marge-drukkers.
Kopwit, van witkop Jacques van Gent die uitgaven het licht deed zien over zulke uiteenlopende onderwerpen als cricket, meisjes in Dokkum en briefjes van Karel van het Reve.
Pers no. 14, tegenwoordig in de Narmstraat, van Ernst W. Boissevain en Remko Fakkel. Met zulke aparte zaken als drukwerk "Over het nut van kunststof" of uitgaven van mijn favoriete schrijversduo Ilja Ilf en Jevgeni Petrov. In 2000 werd Pers no. 14 tentoongesteld in de UB.
De Uitvreter, geestelijk eigendom van een - tegenwoordig Zoeterwoudse - perfectionist. Cultureel verantwoord drukwerk, technisch vindingrijk, schitterend.
Het meest nabij (in de Gerrit Doustraat) is De Ammoniet, van Gerard Post van der Molen. Ik las zojuist Sermones Colloquii van Koen Kortmulder, gepubliceerd begin 2001. ("Foliedruk en boekverzorging zijn verzorgd door De Ammoniet", leert het colofon). Sermones Colloquii bevat maximes ("blikvangers", "preekjes") voor bijeenkomsten van Leidse zoölogen. Wijsheden zijn zaken die je niet bladzijden lang achter elkaar moet lezen. Ik geef u er drie:




